‘Oh maar dat kun je natuurlijk wel’
Met mijn dikke haarbos is het iedere vijf weken toch echt wel tijd voor een bezoekje aan de kapper. Mijn volle agenda had me alleen de tijd nog niet gegund om dat noodzakelijke bezoekje te plannen. Vandaag dus de hoogste tijd. Bij mijn eigen kapper was het ontzettend druk maar bij de buren kon ik zo aanschuiven. Met veel afspraken in de agenda voor de volgende week kis ik dan maar voor de buren. Want stel je voor dat ik anders die vrouw ben met die ontplofte coupe omdat ze niet in de spiegel kan kijken. Nou wees gerust, ik voel het echt wel als mijn haar ´s morgens recht op staat omdat het te dik is 😉
Bij het binnengaan van deze nieuwe kapper had ik me niet beseft dat dit wel eens een hilarisch bezoekje kon worden. De wat oudere kapster die mij hielp, wist geen raad met mijn beperking. Dat uitte zich in dit geval vooral in stilte. Naast de hoognodige afstemming over wel of geen conditioner en het model bleef het angstvallig stil. Ik besloot haar te helpen. Ik merkte op dat het fijn was dat mijn haar weer netjes zat voor mijn werk. Zo kon ze opmaken dat ik toch redelijk ‘normaal’ ben en gaf ik een kapstok om het gesprek aan te gaan. Bij de derde keer hapte ze pas. Fijn, die stilte vond ik toch ongemakkelijker dan er maar over te praten. Natuurlijk komt dan de vraag: Wat doe je voor werk? Ik vertel dat ik workshops en trainingen geef. Er volgt stilte….. Dan toch maar de vraag: Wat voor trainingen? En daar ging ik de mist in. In plaats van dat ik alleen zeg ‘communicatie trainingen’ vertel ik dat ik trainingen geef over communicatie en omgang met mensen met een beperking. Waarmee ik mijn poging tot het veranderen van haar beeldvorming volledig te niet deed. Zo bleek uit haar reactie: Oh, maar dat kun je natuurlijk wel’. Tja, en toen koos ik ervoor om de stilte te hervatten, te genieten van de discussie van de tienermeiden of de meest geschikte coupe want soms is het gewoon beter om je niet op te winden, van binnen hard te lachen en niets te zeggen.