Het verhaal achter MB3
Mijn naam is Martine Baadenhuijsen. In mijn dagelijks leven run ik mijn gezin en MB3 Sterk in gesprek. Als ondernemer is het mijn doel om de omgang tussen mensen met en zonder beperking te vergemakkelijken. Ervaar jij zelf of een gezinslid een beperking door een handicap, ziekte of bagage uit het verleden? Dan help ik je graag om de touwtjes in handen te krijgen over jouw eigen beeldvorming. Familie, vrienden en buurtgenoten leer ik op een prettige manier te informeren en hulp aan te bieden. Collega’s en begeleiders help ik om te ontdekken wat iemands (on)mogelijkheden zijn en hoe zij kunnen ondersteunen bij participatie.
Naast mijn expertise in gesproken interactie en conflicthantering zijn het ook veel persoonlijke ervaringen die mij drijven te doen wat ik doe. Vanaf mijn geboorte ben ik slechtziend en sinds mijn twaalfde zie ik alleen nog goede contrasten. Daarom lees ik braille, maak ik gebruik van spraaksoftware en wordt ik altijd vergezeld door mijn blindengeleidehond.
Wanneer ik voor de groep sta, merk je hier weinig van. Maar bij het klaarzetten van de zaal, het lezen van mijn eigen krabbels op de flip-over en het opruimen van materialen zijn een paar werkende ogen heel welkom.
Hieronder vertel ik uitgebreid waarom ik doe wat ik doe. Voor een korte impressie van wie ik ben, kun je deze video bekijken.
Drastische verandering
Jarenlang had ik de instelling: Als je me ondanks mijn beperking leuk vindt fijn, zo niet, jammer dan. Die gedachtegang veranderde drastisch toen ik moeder werd. Plots had wat men van mij vond niet alleen invloed op mij, maar ook op mijn kindje. Mijn sociale netwerk zou ook dat van haar bepalen. De vele opmerkingen en vragen die ik kreeg (van ‘heeft zij dat ook’ tot ‘hoe doe je dat met luiers verschonen’) maakte dat ik hierover ging nadenken. Van waarom mensen dat zo bot konden vragen tot wat het nu betekende dat ze het vroegen. Dat resulteerde in drie begrippen ‘ongemak’, ‘herkenning’ en ‘onwetendheid’. Ik besloot mijn kennis van communicatie en conflicten samen te voegen en maakte mijn persoonlijke toolbox en communicatieplan.
“Heeft zij dat ook?”
Don’t try this at home
Die gesprekstools bedacht ik niet zomaar. Tijdens mijn studie werd ik gegrepen door wat conversatieanalyse wordt genoemd. Een methode waarbij een gesprek volledig wordt uitgeschreven inclusief details als intonatie, interruptie en stilten. De docent waarschuwde ons bij de eerste opdracht: “Gebruik geen opname van mensen die dichtbij je staan; dan zou je wel eens dingen te weten kunnen komen die je helemaal niet wilt weten.” Zo ga je anders naar iemand kijken wanneer je ontdekt dat hij een gesprek constant een positieve draai geeft om zijn eigen gezicht te redden. Die waarschuwing noem ik ook wel het ‘don’t try this at home’ -principe. En inderdaad, wees gerust, ik pas dit niet toe als ik gezellig met iemand in gesprek ben; dat is voor mezelf heel vervelend. Om veel van de vorm van het gesprek te horen moet ik een denkbeeldig ‘knopje’ omzetten en me volledig focussen. Dat ik niet wordt afgeleid door visuele informatie is daarbij een groot voordeel, ” Zo ontdekte ik tijdens mijn opleiding tot mediator.
Referentiekader
Wanneer ik als neutrale bemiddelaar aan tafel zat, hielp deze manier van luisteren met bij het in een vroeg stadium emoties benoemen en de kern van het conflict te achterhalen. Dat zit veelal in een stukje miscommunicatie . Iedereen heeft bij het horen, zien, ruiken of voelen van iets een associatie ofwel herkenning. In communicatie leidt dit regelmatig tot ‘ruis’; een storing in de communicatie tussen zender en ontvanger. Het is dat referentiekader (wat iemand kent, weet of heeft ervaren) dat bepalend is voor wat hij denkt/invult bij het aanhoren van de ander. Let er maar eens op hoe vaak jezelf zegt ‘ik denk dat’ of dat een ander tegen jou zegt ‘maar ik ging ervan uit dat’.
Touwtjes in eigen hand
En dat viel me nu juist ook bij mensen die me aanspraken op straat, iedereen doet dit vanuit zijn/haar eigen referentiekader. Ik leerde dat ik zelf de touwtjes in handen heb als het gaat om hoe mensen mij zien en dat ik zelf kan bepalen hoe lang een gesprek over mijn handicap (en hoe lastig of knap dat toch allemaal wel niet is) gaat. Gaandeweg ontwikkelde ik een eigen communicatiemodel, de 3×3-methode. Dit model helpt je om kort, krachtig en begrijpelijk toe te lichten wat jouw beperking is en wat een ander kan doen om jou te helpen. Hoe je dit kunt toepassen leer je in mijn training jouw verhaal, hun beeld.
De eerste keren dat ik mijn nieuwe methode en toolbox uitprobeerde waren erg onwennig. Maar oefening baart kunst. Het lukte me steeds beter om om te gaan met een vragenvuur of te reageren op die ongepaste vraag. En ook nu wordt ik nog wel eens verrast. Ik probeer dit om te zetten in een leermoment dat mijn toolbox aanvult.
Verantwoorden of uitleggen
Als moeder ervaarde ik hoe kwetsbaar ik was nu reacties van de buitenwereld plots invloed hadden op mijn kind. En dat terwijl ik zelf al jaren gewend was dat veel mensen je als zielig, simpel of bezienswaardigheid kunnen zien wanneer je niet in het ´standaard´ plaatje past. Ik moest ervoor waken dat ik uitleg gaf en me niet telkens ging verantwoorden. Het zette me aan het denken over ouders van kinderen die een handicap of ziekte hebben/krijgen. Naast veel zorgen en papieren rompslomp krijg je dan ook nog eens met die harde sociale wereld om je heen te maken. Het was dat moment waarop ik begreep hoe mijn familie veelal naar de buitenwereld reageerde; met angst voor onbegrip en het zieligheidsstempel. Met collega mediator en orthopedagoge Sanne Kanselaar startte ik een onderzoek. We ontdekten dat ouders van zorgintensieve kinderen inderdaad veel onbegrip vanuit hun sociale omgeving ervaren. Vanuit onze gezamenlijke expertise ontwikkelden we een programma waarin we ouders sterker in hun schoenen laten staan tegen reacties en vooroordelen uit de omgeving. We leren ze een woordvoerder van hun kind te zijn; Iemand die een voorbeeld vormt voor zijn/haar kind.
Afhankelijk of verantwoordelijk
In mijn trainingen laat ik deelnemers letterlijk ervaren hoe communicatie werkt. Daarvoor maak ik gebruik van geblindeerde brillen en rinkelballen. Oefeningen die ik inzet zijn afkomstig uit de tijd dat ik op internationaal niveau de sport Goalball beoefende. Teams die willen werken aan onderlinge communicatie, samenwerking en vertrouwen, neem ik graag mee op een sportieve beleving waarin we deze uitdagende sport gaan beoefenen. Wanneer je niets ziet, ben je volledig aangewezen op verbale communicatie. Bij het uitvoeren van een opdracht moet je in contact zijn met elkaar, vertrouwen opbouwen en feedback geven. En als je dat goed doet, kun je samen grote uitdagingen aan.
In mijn lezingen vertel ik daarom regelmatig over hoe ik samen met een begeleider van de skipiste afsuis. Een situatie waarin ik letterlijk blind vertrouw op de informatie en instructies die ik via de portofoon doorkrijg. In eerste instantie lijkt dit een situatie waarin ik heel afhankelijk ben van mijn begeleider en deze volledig verantwoordelijk is voor mij. In praktijk blijkt dit slechts deels te kloppen. Zonder aanwijzingen van mijn begeleider kom ik niet veilig beneden en het zorgen voor een veilige route van de piste af is de taak van mijn begeleider. Mijn begeleider kan dit alleen goed doen als ik hem laat weten welke informatie ik nodig heb en op welk moment. Zo vind ik het erg prettig als ik continue feedback krijg, Juist wanneer we enkele seconden eenzelfde richting aanhouden zorgen de woordjes ‘door, door, door’ ervoor dat ik met vertrouwen blijf skiën. Dat is van invloed op mijn techniek en reactievermogen. En op dat punt is mijn begeleider weer afhankelijk van mij. Hoe beter ik aan te sturen ben, hoe makkelijker het is om naar benden te loodsen.
Verwachtingsmanagement
Die gedeelde verantwoordelijkheid was er ook toen ik studeerde en in loondienst werkte. Ik kon niet verwachten dat mijn docenten er altijd aan dachten om mij vooraf de presentaties van een college toe te sturen of mijn tentamen mee te nemen in aangepaste vorm. Een goede uitleg van mijn beperking, mogelijkheden en wat ik nodig had bij de start van een college reeks, hielp. In deze vlogserie vertel ik nieuwe studenten met een beperking hoe zei dat kunnen aanpakken. Ook toen ik op kantoor werkte bleek
verwachtingsmanagement essentieel voor een succesvolle samenwerking. Wat kon ik wel en waar had ik echt hulp bij nodig; en op welk moment kon ik die hulp van collega´s verwachten? Gesprekken hierover zijn niet altijd eenvoudig. daarom ontwikkelde ik de training jouw verhaal, hun beeld.
Hierin leer ik hoe je op een prettige manier vertelt wat je (on)mogelijkheden zijn en hoe je de hulp krijgt die je nodig hebt; bij sociale aangelegenheden of op het werk.
Wel of niet melden?
Tijdens mijn studie moest ik een verplichte stage lopen. Een periode die me erg leuk maar vooral ook erg nuttig leek; het geeft je tenslotte een eerste stap op de arbeidsmarkt. De zoektocht leverde veel vragen op. Zou ik mijn visuele handicap wel of niet vermelden in mijn brief? Welke opdracht kon ik uitvoeren en hoe ging ik dat doen met aangepaste software voor mijn pc? De eerste keer besloot ik niets in mijn brief te vermelden. Na ontvangst van de uitnodiging voor het gesprek meldde ik telefonisch dat ik mijn blindengeleidehond mee nam. Binnen een kwartier werd ik teruggebeld met de mededeling dat ik niet meer hoefde te komen. De functie zou onuitvoerbaar zijn voor mij. Daarna besloot ik in mijn CV te melden dat ik ondanks mijn visuele beperking uitstekend in staat was om zowel zelfstandig als in teamverband te werken. Na diverse afwijzingen ontving ik ook een uitnodiging voor een kennismaking. Positief gestemd (mijn beperking was blijkbaar geen bezwaar) ging ik op weg. De anticlimax was groot toen ik werd ontvangen met de woorden “Welkom, ik las pas een half uur geleden dat je een visuele handicap hebt; maar toen kon ik je niet meer afbellen”. Toch liep ik na een uur naar buiten met een stageplek op zak. Tijdens de koffie had ik uitgebreid verteld over mijn zicht, hulpmiddelen en wat ik vooral allemaal wel deed. Voor mijn gesprekspartner ging een wereld open vol mogelijkheden. Deze ervaring deed me besluiten om nooit meer mijn beperking in een sollicitatiebrief te melden; mits dit een pré was voor de vacature. Een leuk besluit dat me direct voor een nieuwe uitdaging stelde: omgaan met de verrassing die ik vanaf dat moment voor werkgevers meenam. In de training Zelf aan het stuur in je sollicitatie deel ik mijn persoonlijke ervaringen en leer ik je te communiceren met de denkwijze van je gesprekspartner in gedachten.
Ervaringsdeskundigheid
Tot hier ging het vooral om het beïnvloeden van jouw sociale omgeving. Maar ook kun je je ervaringen inzetten als professional. Zelf deed ik dit jarenlang voor KNGF geleidehonden. Eerst als vrijwillig ambassadeur en later als medewerker communicatie. Ik gaf interviews aan de pers, leidde donateurs rond en verzorgde lezingen voor toekomstige cliënten en professionals. Ik ontdekte hoeveel je kunt bereiken als je goed aansluit bij de vraag van je doelgroep. Hoe je grenzen stelt in een persoonlijk verhaal en hoe mooi het is om de ervaringen van anderen te gebruiken. Dat laatste zet je ook in je kracht. Zo merkte ik dat ik op een gegeven moment klaar was met het dagelijks vertellen van mijn persoonlijke ervaringsverhaal. Ik had behoefte om mijn expertise te delen. Vanuit een neutrale rol de ervaringen van anderen vertellen hielp daarbij.
Het delen van een ervaring, het vertellen van je ervaringsverhaal of optreden als ervaringsprofessional zijn dus drie totaal verschillende activiteiten die ieder hun eigen kennis en vaardigheden vereisen. Mijn training presenteren als ervaringsdeskundige is dan ook opgebouwd uit drie dagen en pas ik altijd op maat aan de doelgroep en hun doel aan.
Mag ik dat wel vragen
Het is mooi om een kwetsbare doelgroep communicatief in hun kracht te zetten. Toch hoorde ik juist in hun verhalen meer en meer onwetendheid en ook onhandigheid van mensen die niet dagelijks te maken hebben met iemand met een handicap of ziekte. En als mediator weet ik als geen ander dat er twee goed communicerende partijen nodig zijn. En voor een prettige communicatie is inzicht in elkaars wensen en behoeften van belang. Maar dan volgt de vraag: Hoe geef ik iemand inzicht in de wensen en behoeften van iemand die een beperking of drempel ervaart. Er worden al zoveel verhalen verteld en gedeeld. Dan blijft zelf laten ervaren over. Ik ontwikkelde diverse belevingen die je laten ervaren hoe het is om te functioneren met een fysieke, zintuiglijke of psychische beperking. Doordat deelnemers in een simulatie worden geconfronteerd met hun eigen manier van denken en handelen, komt een gesprek op gang. Een gesprek waarin openlijk kan worden gesproken over beperkingen en drempels die worden ervaren. Zo gaat het over het vragen naar de mogelijkheden van een collega of de simpele vraag ´hoe gaat het´ tegenover een buur of vriend.
Spelen met taal
Als startende ondernemer kreeg ik vaak te horen dat ik moest focussen. Een woord waar ik een hekel aan had. Er waren veel te veel dingen die ik leuk vond: Mediations, Communicatietraining en het toepassen van conversatieanalyse. En dan was er nog iets dat het me lastig maakte.
Bij de start van mijn bedrijf koos ik er bewust voor om buiten de wereld van handicap en beperkingen te gaan werken. Ik was klaar met het dagelijks vertellen van mijn persoonlijke ervaringsverhaal; ik wilde mijn expertise inzetten. Leuk bedacht, maar daar dachten mijn potentiële opdrachtgevers anders over. Bij de zakelijke markt vond ik geen aansluiting, een volledige mediation praktijk was niet wat ik ambieerde en opdrachten in het sociale domein werden steeds boeiender. Ik leerde mijn nieuwe manier van communiceren over te brengen op anderen. En nog belangrijker: ik ontdekte hoe mijn persoonlijke ervaring van meerwaarde is voor mijn professionele werk. Al met al duurde het even voordat ik ontdekte waar mijn werkelijke kracht en passie lag: Communicatie rondom mensen met een beperking. En nee, die focus beperkt mij absoluut niet. Sterker nog, ik train de meest uiteenlopende groepen, doe wat ik tijdens mijn studie al wilde doen; mensen leren te spelen met taal en men noemt mij regelmatig de mediator tussen de wereld van mensen met en zonder beperking. Ik werk met plezier, geniet van de inzichten en stappen die ik deelnemers zetten in mijn trainingen en ben nog lang niet klaar met het uitwerken van alle mooie plannen die ik heb.